Bij het vervangen van tegelwerk in badkamers komt heel wat kijken. De oude
tegels moeten worden geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en het is altijd
maar de vraag wat er ónder die oude tegels tevoorschijn komt. Soms weet je
bijna zeker wat je kunt verwachten, maar in veel gevallen moeten we ons
noodgedwongen laten verrassen. Het maakt ook een groot verschil of het een
badkamer in de sociale
woningbouwsector betreft of bijvoorbeeld een badkamer uit het luxe segment. In
het eerste geval zal de woningbouwvereniging de nodige eisen stelt aan de
maximale renovatietijd, de toe te passen materialen en de kosten daarvan. Daar
wordt doorgaans veel voor weinig geld gevraagd terwijl de mogelijkheden in het
luxe segment beduidend groter zijn. Vooralsnog staan we altijd voor
uitdagingen. Dat geeft
niet, want we zijn eigenlijk niet anders gewend.
We starten in de kale, gesloopte badkamer waarvan het nieuwe leidingwerk en
aansluitingen al zijn aangebracht. Op de vloer komt een nieuwe
zand/cementdekvloer waarbij het soms zinvol is om deze in een “sneldrogende” versie aan te brengen. Kost
weliswaar wat meer geld, maar de droging schiet wel lekker op. De wand moeten opnieuw worden uitgevlakt want de resten van het oude
zetwerk hebben in geen geval de gewenste vlakheid. In beide gevallen is extra aandacht gewenst voor
het grondig verwijderen van scheidende lagen op vloer‐ en muurvlakken. Losse,
oude delen vormen nu eenmaal geen stabiele ondergrond voor nieuwe lagen. Daarna
volgt een geschikte voorstrijk‐ of gronderingslaag om de hechting te verbeteren
en de zuigkracht van de oude ondergrond te verminderen. Hierna kan een
cementaire mortel in de gewenste laagdikte worden aangebracht. Ook hier bieden
sneldrogende en standvaste mortels een uitkomst en als we het ons nog makkelijker
willen maken kunnen we ook nog lichtgewicht producten toepassen. Smeert net zo
makkelijk en spaart de armen of schouders! Voor de kosten hoef je het in ieder
geval niet te laten.
Als de vloer nu ook nog droog is kunnen we beginnen. De vraag is alleen:
waarmee gaan we beginnen?
Gaan we nu wél of niet een kimband als hoekafdichting plaatsen of kiezen we
voor een volledig afdichting onder het tegelwerk in de gehele ruimte? Of
sluiten we een compromis met onszelf en besluiten we dat het afdichten van de douchehoek wel voldoende zal zijn? Het antwoord is eigenlijk
simpel: dat hangt af van de wensen, eisen en financiële mogelijkheden van de
opdrachtgever. Als hij/zij vooraf goed naar je heeft geluisterd zal deze
begrijpen dat een goede afdichting onder het tegelwerk gewoon een “must” is. We
kunnen dus in de offertefase al een heleboel adviseren en de klant mentaal
voorbereiden op hetgeen dat komen gaat.
De noodzaak voor een afdichting onder tegelwerk is in Nederland echter
(nog) vrijblijvend terwijl in bijvoorbeeld Duitsland de afdichtingsnorm gewoon
“wet” is. Het is daar niet de vraag óf er een afdichting moet worden toegepast,
maar wélke. En die moet dan ook nog passen op de desbetreffende vlakken. Zo
wordt voor een douchehoek een andere afdichting toegepast dan bij een wastafel. Het staat allemaal keurig
beschreven in de kakelverse DIN 18534. In deze, dwingend voorgeschreven, Duitse
norm staat exact beschreven waar en wat voor soort afdichtingen in een badkamer
moeten worden toegepast. Op de ene muur of vloer is een
afdichting op dispersiebasis voorgeschreven en op een ander vlak weer een
materiaal op een cementaire basis. En soms is het aanbrengen van waterdichte
banen nodig.
Hier is geen
discussie mogelijk over de vraag “of het wel nodig is”, nee: het móet! Punt!
Maar in
Nederland is het allemaal nog niet zover en kunnen we het prijspeil van een te
renoveren badkamer nog prima beïnvloeden Géén afdichting aanbrengen is nu ook
weer zo kaal, dus volstaan we meestal gewoon met wat pasta en kimband in de
douchehoeken. Inderdaad: horizontaal
en verticaal.
Laten we eens aannemen dat dit laatste het geval is en we nu kunnen
beginnen met het aanbrengen van het nieuwe tegelwerk. Dan rijst de vraag wat
voor soort tegellijm hier het beste in aanmerking komt. We kunnen het onszelf
makkelijk maken door voor een kant‐en‐klare pastalijm te kiezen, maar deze kent
wel een specifiek toepassingsgebied. Of
we kunnen kiezen voor een poederlijm waarvan de inzetbaarheid zich uitstrekt
tot vloer‐ en wandtoepassingen waarbij de aanwezigheid van een vloerverwarming
de tegellijm koud laat. De consistentie van deze poederlijmen zijn makkelijk
instelbaar door aanpassing van de waterhoeveelheid. Ook in dit geval is het
tegenwoordig mogelijk om van een zgn. Light‐lijm gebruik te maken. Met minder zakken
in de wagen toch dezelfde vierkante
meters kunnen maken spreekt zeker tot de verbeelding. Het stofarme karakter van
de lijm draagt tevens bij aan een schonere werkomgeving.
Het afvoegen met hoogwaardige, cementaire voegmortels maakt het tegelwerk bijna
compleet. Afkitten met een elastische, waterdichte voeg op siliconenbasis is
dan de laatste handeling. De kleur
van de kit kan worden afgestemd op de gekozen cementaire voegkleur of anders is
er altijd nog een middenweg in de vorm van een transparant grijze (trijs) kitvoeg.